Het schrijven van een businessplan is geen sinecure. Er is niet alleen financiële kennis voor nodig, maar ook kennis van het migratierecht. Feitelijk dekt de naam “Business Plan” ook niet helemaal de lading. Een persoonlijke en zakelijke motivering komt al meer in de buurt.
Één van de uitgangspunten van het Nederlandse Migratierecht is, dat het beoogt hooggekwalificeerde werkers naar Nederland te halen. De gedachte hierachter is, dat hooggekwalificeerde personen een bijdrage kunnen leveren aan de Nederlandse Economie. Juridisch gesproken wordt er getoetst of er voldaan wordt aan het criterium “Wezenlijk Nederlands Belang”.
Om dit te kunnen toetsen is er door de Nederlandse overheid een puntensysteem in het leven geroepen dat bestaat uit 3 elementen:
– Persoonlijke ervaring;
– Ondernemingsplan;
– Toegevoegde waarde aan de Nederlandse economie
Op deze drie elementen dient in totaal 90 punten te worden gescoord. Als tweede voorwaarde geldt dat op alle onderdelen minimaal 30 punten dient te worden gescoord. Een uitzondering is weer dat de ondernemer automatisch 30 punten op het derde onderdeel krijgt, als op de eerste twee onderdelen al 45 punten per onderdeel is gescoord.
De persoonlijke ervaring wordt allereerst getoetst aan de hand van de opleiding. Des te hoger, des te beter. Let daarbij op dat er van de opleiding daadwerkelijk bewijzen dienen te worden verschaft en alleen een vermelding op bijvoorbeeld het cv niet voldoende is. De diploma’s worden gewaardeerd door het Nuffic en het verdient aanbeveling om deze vrijwel meteen in het begin ter toetsing aan het Nuffic aan te bieden.
De tweede belangrijke toetsing, waarbij eveneens 35 punten worden gescoord is de ondernemerservaring. Een ervaren ondernemer scoort daarbij meer punten dan een startende ondernemer. Ook bij dit onderdeel is het van belang om vroegtijdig bewijs te gaan verzamelen. Als er een uitgebreide ervaring is als ondernemer en er kan volop gescoord worden, dan mogen er geen punten gemist worden wegens “onvoldoende bewijs”.
Zowel de opleiding als de ondernemingservaring dienen relevant te zijn voor de nieuw te starten ondernemer in Nederland. Een chirurg die zijn grote droom wil nastreven door een restaurant te openen op de Dam zal van een koude kermis thuiskomen. Zijn ervaring is niet relevant en hetzelfde geldt wellicht ook voor de opleiding.
Ook werkervaring, het het laatst verdiende loon en de ervaring met Nederland kunnen punten opleveren, maar wel veel minder dan de opleiding en de ervaring als ondernemer. In ieder geval geldt dat opleiding en ervaring als onderneming “puntenpakkers zijn”. In totaal kunnen er 100 punten op dit onderdeel gescoord worden, waarvan 70 op de onderdelen opleiding en ondernemingservaring.
Voor het ondernemingsplan kunnen 100 punten gegeven worden. De toetsing loopt langs 4 – niet altijd even overzichtelijke – lijnen.
Het eerste onderdeel van het plan is het marktonderzoek. Onder het kopje Marktpotentie kan de ondernemer 25 punten verdienen. Van groot belang is dat er een gedegen onderzoek wordt gedaan en dat het product ook goed wordt omschreven. Met name zal er aandacht moeten worden geschonken aan het onderscheidende. Ook wel genaamd het Unique Selling point.
Ook voor de omschrijving van de organisatie kunnen punten worden verdiend. De Nederlandse overheid beoordeelt of de voorgestelde structuur in combinatie met de competenties en vaardigheden passend zijn voor het product of de dienst.
De meeste ondernemers zullen de punten echter moeten binnenhalen op het gedeelte dat de financiering toetst. Op dit onderdeel kan 50 punten worden behaald. Het papierwerk op dit gedeelte is aanzienlijk. Er dienen prognoses voor drie jaar te worden aangeleverd waarbij er ook vooral een reality check zal plaatsvinden. Deze reality check zal natuurlijk veel simpeler zijn bij een reeds bestaande onderneming. Een belangrijke parameter is de solvabiliteit oftewel de verhouding eigen vermogen/totaal vermogen. Het is niet moeilijk om daar de achterliggende gedachten bij te raden. Hoeveel geld neemt iemand nu mee, hoeveel geld is er om tegenvallers op te vangen. Een startkapitaal inbrengen van € 51.000 inbrengen, dat loont. Wat nog meer loont om is om een Nederlandse bank te verleiden om een (kleine) lening te geven. Dat betekent namelijk dat zonder verdere controle op dit onderdeel 50 punten worden gekregen.
Toegevoegde waarde aan de Nederlandse economie
Het onderdeel toegevoegde waarde wordt getoetst aan de innovativiteit (max 20 punten), arbeidscreatie (max 40 punten) en investeringen (max 40 punten). Door de keuze van “de solvabiliteit” als ratio, is het inbrengen van geld wel een verdubbelaar. Immers investeringen zullen niet alleen punten opleveren bij het B gedeelte wegens een gezonde solvabiliteit, ook kunnen er punten gekregen worden door een net investeringsplan te overleggen. Presentatie en argumentatie zijn toverwoorden bij dit onderdeel.
Wie meer wil weten over de criteria voor de ondernemingsplannen wijs ik nog op het zeer lezenswaardige onderzoek van T. De Lange “Wezenlijk Nederlands Belang” alsmede de verschillende publicaties in het tijdschrift Migratierecht.